Foto Gerard van Ruiten
De vreugde van Kerst.
Bestaat er rechtvaardigheid zonder oordeel en straf?
Bestaat er rechtvaardigheid zonder oordeel en beloning?
Wie is waardig om te oordelen dan God alleen?
Alle mensen zijn zondig bevonden in Gods ogen, zoals staat geschreven.
Genesis 6 vers 5:
“En de HEERE zag dat de slechtheid van de mens op aarde groot was,
en dat al de gedachtenspinsels van zijn hart elke dag alleen maar slecht waren.”
En in Genesis 8 vers 21: “Ik zal de aardbodem voortaan niet meer vervloeken
vanwege de mens; de gedachtenspinsels van het hart van de mens zijn immers
slecht van zijn jeugd af; en Ik zal voortaan niet al het levende meer doden,
zoals Ik gedaan heb.”
Wie is rechtvaardig dan God alleen?
Zo heeft Mozes getuigd in prachtige bewoordingen:
Deuteronomium 32 verzen 1 t/m 4 uit het lied van Mozes.:
“Hoor mij aan, hemel,
dan zal ik spreken!
Laat de aarde de woorden van mijn mond horen.
Laat mijn leer neerdruppelen als de regen,
laten mijn woorden stromen als de dauw,
als een zachte regen op het groen,
en als regendruppels op het gewas.
Want ik zal de Naam van de HEERE uitroepen;
geef grootheid aan onze God!
Hij is de Rots,
Wiens werk volmaakt is,
want al Zijn wegen zijn één en al recht.
God is waarheid en geen onrecht;
rechtvaardig en waarachtig is Hij.”
God is rechtvaardig en om rechtvaardig te zijn is het nodig dat God oordeelt.
Want zonder oordeel bestaat geen rechtvaardigheid.
Hij is de Heilige en Almachtige, Schepper van Hemel en Aarde,
de Allerhoogste en Hij aanschouwt de mensen in hun doen en laten (Psalm 14).
Hij ziet dat de mensen onverstandig zijn, er is niemand die goed doet,
ook niet één, niemand die God zoekt, allen zijn afgedwaald.
God is rechtvaardig, Zijn oordeel is rechtvaardig en luidt: schuldig.
Uit het voorgaande blijkt waaraan de mens schuldig is.
De mensen vergeten God, ze zijn allen afgedwaald,
ze zoeken God niet uit zichzelf, ze geven de Heilige God,
de Schepper van Hemel en Aarde,
niet de eer die Hem rechtmatig toekomt.
Ze kennen God niet of kennen Hem niet meer.
En als ze Hem wel hebben gekend, dan zijn ze afgedwaald.
Bij schuld hoort straf. En de straf is uitsluiting van God.
De buitenste duisternis, zo wordt het beschreven in de Bijbel.
In Openbaringen 12 vers 10 staat het volgende,
wanneer aan Johannes de toekomende tijd wordt geopenbaard:
“” En ik hoorde een luide stem in de Hemel zeggen:
Nu is gekomen de Zaligheid, de Kracht en het Koninkrijk
van onze God en de Macht van Zijn Christus,
want de aanklager van onze broeders die hen
dag en nacht aanklaagde voor onze God, is neergeworpen.”
De aanklager van onze broeders, die God aanspreekt op Zijn Rechtvaardigheid.
Immers als het oordeel is “schuldig”,
dan moet een vonnis door God worden uitgesproken en uitgevoerd:
de eeuwige straf voor alle mensen; verbannen van God tot in eeuwigheid.
Als God niet zou straffen zou Hij niet een rechtvaardige God zijn.
Maar God is niet alleen een rechtvaardig God.
Hij is ook een geduldige, genadige en liefdevolle God.
Hij wil niet dat de mensen die Hij heeft geschapen allen verloren gaan.
“De Macht van Zijn Christus” heeft u zonet gelezen.
Zoals de Vader is, is de Zoon. Ook Jezus Christus is God.
En dan ontvouwt zich een Heilsplan voor de mensen in
onbevattelijke en grenzeloze Genade, Liefde en Wijsheid die ons verstand,
ons gevoel, ons wezen te boven gaat.
Jezus zelf zal de straf voor de mensen dragen.
Hij zal neerdalen op aarde,
alle Hemelse Heerlijkheid achter zich laten
en worden en leven als een mens.
Maar onberispelijk en zonder zonde.
Hij, Gods eigen Zoon zal zwaar lijden en sterven aan het kruis,
Om de straf voor alle mensen te dragen.
Maar Hij zal ook weer opstaan, en weer plaatsnemen
op Zijn Hemelse Troon bij Zijn Vader.
Aldus waarborgt God in onnoemelijke Heerlijkheid,
Wijsheid en Liefde, Zijn Heilige Rechtvaardigheid.
En tegelijkertijd redt Hij in Heilige Eensgezindheid
en Liefde met Jezus Christus
de mens van eeuwige uitsluiting,
van eeuwige verbanning naar de buitenste duisternis.
Een plaats verre van God,
een plaats van geween en tandengeknars.
Aldus staat de aanklager met lege handen.
Het oordeel van de mensen is na het Offer van Christus
gegeven aan de Here Jezus.
God de Vader heeft Hem
nu Hij de schuld van de mensen heeft vereffend,
de “Macht van de Christus” gegeven.
Hoe ver die Macht reikt is wellicht voor ons niet te bevatten,
maar we weten wel het volgende uit Johannes 5,
de woorden van de Here Jezus:
“Want zoals de Vader de doden opwekt en levend maakt,
zo maakt ook de Zoon levend wie Hij wil.
Want ook de Vader oordeelt niemand,
maar heeft het oordeel aan de Zoon gegeven,
opdat allen de Zoon eren zoals zij de Vader eren.
Wie de Zoon niet eert,
eert de Vader niet die Hem gezonden heeft.
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
Wie mijn woord hoort en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft,
die heeft eeuwig leven en komt niet in de verdoemenis,
maar is uit de dood overgegaan in het leven.’
En in 2 Korinthe 5 vers 10 staat:
“Want wij moeten allen voor de Rechterstoel van Christus
openbaar worden, opdat ieder vergelding ontvangt voor wat
hij door middel van zijn lichaam gedaan heeft,
hetzij goed hetzij kwaad.”
De komst van Jezus op aarde is niet gebeurd
om de mens te veroordelen.
Zijn komst naar de aarde is om de mensen
te behouden en de straf die de
mens verdient op zich te nemen.
Het moeten verschijnen voor
de Rechterstoel van Christus
vind plaats op een later moment.
In Johannes 3 vers 14 tot en met 21 staan
de volgende woorden van de Here Jezus:
“ En zoals Mozes de slang in de woestijn
verhoogd heeft, zo moet de Zoon des Mensen
verhoogd worden, opdat ieder die in Hem
gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Want zo lief heeft God de wereld gehad,
dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft,
opdat ieder die in Hem gelooft,
niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Want God heeft Zijn Zoon niet
in de wereld gezonden opdat Hij de wereld
zou veroordelen, maar opdat de wereld
door Hem behouden zou worden.
Wie in Hem gelooft, wordt niet
veroordeeld, maar wie niet gelooft
is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft
in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.”
Aan de herders in het veld werd aldus
de komst van Jezus verkondigd:
Lukas 2 8 t/m 14:
“En er waren herders in diezelfde streek,
die zich ophielden in het open veld
en ’s nachts de wacht hielden bij hun kudde.
En zie, een engel van de Heere stond bij hen
en de heerlijkheid van de Heere omscheen hen
en zij werden zeer bevreesd.
En de engel zei tegen hen:
“Wees niet bevreesd want zie,
ik verkondig u grote blijdschap,
die voor heel het volk wezen zal,
namelijk dat heden voor u geboren is
de Zaligmaker, in de stad van David,
Hij is Christus, de Heere.
En dit zal voor u het teken zijn;
u zult het Kindje vinden in doeken gewikkeld
en liggend in een kribbe.
En plotseling was er bij de engel
een menigte van de hemelse legermacht,
die God loofde en zei:
Eer zij aan God in de hoogste hemelen,
en vrede op aarde,
in mensen een welbehagen.”
Met al deze wetenschap wordt
de omvang en de reikwijdte
van de komst van Jezus op aarde,
in de volle vreugde die de Kerst brengt,
heden en elke Kerst opnieuw
aan ons geopenbaard.
Laten wij elke Kerst,
ook al is de wereld om ons heen duister,
in dankbaarheid en vreugde de Heilige Vader,
Onze Heer en Heiland Jezus Christus,
en de Heilige Geest die ons hart vervult,
dankzeggen, liefhebben en eer bewijzen
en bidden dat Zijn Koninkrijk spoedig komt.