God de Vader Die Hemel en Aarde en al wat daarin is heeft geschapen,
Die het Universum heeft geschapen.
Niets is groter of meer dan God.
En toch kent Deze Grote en Rechtvaardige en Liefdevolle God ieder mens persoonlijk en bij naam.
Uit al Zijn werken blijkt Zijn Grootheid en Zijn Liefde waarmee Hij alles zo wonderbaar heeft geschapen!
Aan God de Vader komt daarom oneindige eeuwige alles omvattende eerbied, aanbidding en verheerlijking toe.
HET BOEK DES LEVENS
Een Bijbeltekst over het Nieuwe Jeruzalem de plaats waar God en de Zijnen zullen wonen in de Eeuwigheid, namelijk Openbaringen 21 vers 27 (HSV) luidt: “Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het Boek des Levens van het Lam.”
God kent ieder mens.
Uit Psalm 139 vers16 (HSV) blijkt dat ieder mens op aarde, is opgetekend in Gods boek:
“Uw Ogen hebben mijn ongevormd begin gezien, en zij alle werden in Uw boek beschreven, de dagen dat zij gevormd werden, toen er nog niet één van hen bestond.” Een andere Bijbelvertaling (Het Nieuwe Leven) heeft het als volgt vastgelegd:“ U zag mij al toen ik nog geen vorm had. Elke dag van mijn leven stond toen al in Uw Boek opgeschreven.”
In Psalm 69 lezen wij in de verzen 28 en 29 (HSV): “Voeg misdaad bij hun misdaad, laat hen niet komen tot Uw gerechtigheid. Laat hen uitgewist worden uit het Boek des Levens, laat hen bij de rechtvaardigen niet opgeschreven worden.”
Dat betekent dat mensen die handelen in strijd met Gods rechtvaardigheid en willens en wetens tegen God zondigen, uitgewist worden uit het Boek des Levens. In het Boek des Levens blijven aldus alleen de namen staan van hun die behouden zijn.
In Maleachi 3 verzen 16 t/m 18 (NBV21) die over de eindtijd gaan staat:
“Zo spraken de mensen die ontzag voor de HEER hadden tegen elkaar, en de HEER hoorde het en luisterde met aandacht. Ten overstaan van de HEER werden in een boek de namen van de mensen opgetekend die ontzag voor Hem hadden, die zijn naam hoogachtten.
Op de dag die Ik voorbereid – zegt de HEER van de hemelse machten – zullen zij mijn eigendom zijn. Ik zal hen sparen zoals je een kind spaart dat je gehoorzaam is. Dan zullen jullie het verschil weer zien tussen rechtvaardigen en wettelozen, tussen mensen die God gehoorzamen en wie dat niet doen.”
In Daniel 12 verzen 1 en 2 (NBV21) vinden we de volgende tekst, eveneens over de eindtijd, waarin wordt gesproken over een boek waarin de namen zijn opgeschreven van wie behouden zijn.
“In die tijd zal Michaël opstaan, de grote vorst, die de kinderen van je volk terzijde staat. Het zal een tijd van verdrukking zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan. In die tijd zal je volk worden gered: allen die in het Boek zijn opgetekend. Velen van hen die slapen in de aarde, in het stof, zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om voor eeuwig te worden veracht en verafschuwd.”
We lezen in Exodus 32:31 t/m 33 (HSV) als Mozes God vraagt het volk Israël te sparen als zij tegen God gezondigd hebben door het gouden kalf te aanbidden in plaats van God die hun uit Egypte heeft bevrijd. “ Toen keerde Mozes terug tot de HEERE en zei: Och dit volk heeft een grote zonde begaan, want zij hebben voor zichzelf een gouden god gemaakt. Nu dan, of U toch hun zonde wilde vergeven! Maar indien niet, schrap mij dan alstublieft uit Uw Boek, dat U geschreven hebt. Toen zei de HEERE tegen Mozes: Wie tegen Mij zondigt, zal Ik uit Mijn Boek schrappen.”
Dit betekent wederom dat de gerechtvaardigde mensen, mensen wiens zonden zijn vergeven, niet uit het Boek des Levens worden geschrapt.
De Here Jezus spreekt in de Openbaringen aan Johannes ook over het Boek des Levens.
Opnieuw wordt bevestigd dat God ons allen bij naam kent. En nu zult u dit lezende tot de ontdekking komen dat er nog meer is.
Vanaf de grondlegging der wereld.
Niet alleen dat God de Vader die Hemel en Aarde en het gehele Universum, het heelal, met planeten en sterren heeft geschapen, in Persoon Uw naam kent, weet wie u bent, waar u bent, maar ook dat Hij uw bestemming al heeft vastgelegd bij totstandkoming van de schepping! Toen u nog niet bestond! Dit weten we door het volgende tekstgedeelte:
Openbaringen 17: 8: “ En zij die op de aarde wonen, van wie niet vanaf de grondlegging van de wereld de naam geschreven staat in het Boek des Levens, zullen zich verwonderen als zij het beest zien, dat was en niet is, hoewel het er toch is.”
Van groot belang is ook de volgende Bijbeltekst waarbij ik citeer Efeziërs 1: 3 t/m 11 naar de vertaling uit Het Nieuwe Leven, waarin ook wordt bevestigd dat God de zijnen vanaf de grondlegging van de wereld heeft uitverkoren.“ , Aan God de Vader van onze Here Jezus Christus, komt alle eer toe. Hij heeft ons, nu wij één zijn met Jezus Christus, alle geestelijke zegen gegeven die er in de hemel is.
Al voordat Hij de wereld maakte, heeft God ons uitgekozen, wij die één met Christus zijn.
Wij zouden alleen van Hém en volmaakt voor Hem staan. Het is altijd Zijn bedoeling geweest ons als Zijn kinderen aan te nemen door Jezus Christus, opdat wij Hem zouden prijzen voor Zijn onovertroffen genade. Hij heeft ons door Zijn geliefde Zoon laten ervaren hoe buitengewoon goed Hij is. Gods Zoon heeft Zijn Leven en Zijn Bloed gegeven om ons van de zonde te verlossen. Alles wat wij hebben misdaan, is ons daardoor vergeven. Wat een rijke genade! En dat niet alleen! God heeft ons alle wijsheid en inzicht gegeven. Hij verlangde ernaar ons het geheim bekend te maken waarom Hij Christus heeft gestuurd. Hij heeft besloten alles in de hemel en op aarde bijeen te brengen onder het absolute gezag van Christus, als de tijd rijp is. Door onze eenheid met Christus zijn wij het eigendom van God geworden. Dat is altijd de bedoeling geweest van Hem die alles doet zoals Hij Zelf wil en goedvindt.”
Dat wij Gods eigendom zijn, indien wij ontzag voor God hebben, lazen we ook eerder in deze tekst bij de behandeling van het schrift-gedeelte in Maleachi 3: “Op de dag die Ik voorbereid – zegt de HEER van de hemelse machten – zullen zij mijn eigendom zijn. Ik zal hen sparen zoals je een kind spaart dat je gehoorzaam is. Dan zullen jullie het verschil weer zien tussen rechtvaardigen en wettelozen, tussen mensen die God gehoorzamen en wie dat niet doen.”
God is Eeuwig, er is geen begin en geen einde bij God. Hij overziet alle tijden en weet welke mensen willens en wetens tegen hem in opstand zullen komen en blijvend zullen zondigen, welke mensen Hem de rug toe zullen keren. Daarom wilde en kon God al voor de schepping van hemel en aarde de namen schrijven in het Boek des Levens van de mensen die hun vertrouwen op Hem zouden stellen en naar Zijn wil zouden leven. God weet wat er in een mens omgaat en wat een mens beweegt al voordat de mens geboren is.
Van zeer grote betekenis zijn de Woorden van Jezus Christus zelf, die in Openbaringen 3 vers 5 door Johannes zijn opgetekend: “Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen uit het Boek des Levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.”
Het Laatste Oordeel.
In Openbaringen 20 wordt het Laatste Oordeel beschreven.
Openbaringen 20: verzen 12 t/m 15 (HSV): “En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het Boek des Levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken. En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken. En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood. En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het Boek des Levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.”
In deze tekst staat dat “de boeken worden geopend”, wat betekent dat er naast het Boek des Levens, nog andere boeken zijn. De meeste bijbeluitleggers zijn het er over eens dat in die andere boeken de werken van een ieder in het aardse leven, hetzij goed, hetzij kwaad in Gods Ogen, staan opgetekend op grond waarvan diegene beoordeeld zal worden voor de Rechterstoel van Christus.
Als uw zonden zijn vergeven in het geloof op Jezus Christus is uw naam niet geschrapt uit het Boek
des Levens. Als uw naam is opgetekend in het Boek des Levens verklaart dat uw verlangen om meer te willen weten van God de Vader en Jezus Christus, van het geloof en alles wat u nu aan het lezen bent. Dan is het de Heilige Geest die u op deze weg brengt. Het is een teken dat God de Vader u roept en dat u Hem daardoor zoekt. Romeinen 9: 13 van de vertaling van Het Nieuwe Leven leert ons het volgende: “Want er staat geschreven, dat God gezegd heeft: Jakob heb ik lief gehad, maar Ezau heb ik gehaat. Voor God stond dat al vast, hoewel zij nog niet eens geboren waren en geen goed of kwaad hadden gedaan. Daardoor is duidelijk dat God nooit iemand uitkiest op grond van diens daden, maar omdat Hij hem roept.”
Geloof is een gave van God.
Als uw naam is opgetekend in het Boek des Levens is er niets of niemand die daaraan iets kan veranderen. Ook uzelf niet. God weet wie u bent, kent uw naam, en laat u niet los. Er zal een gemis worden gevoeld, een zekere gewetensdrang op de dagen en tijden dat u God dreigt te vergeten of doet wat niet goed is in Gods Ogen.
Het is niet door uw eigen werken dat u God zult vinden. En uw verlossing van schuld en zonden is ook niet gelegen in uw eigen goede daden. Uw redding bestaat alleen daarin dat u gelooft in Jezus Christus die door God is gezonden om de zonden van de wereld te dragen en de straf die de wereld verdient te ondergaan, zodat u door Zijn Bloed geplengd aan het kruis, wordt gereinigd en geheiligd.
Het is geen eigen verdienste, want ook het geloof dat u hebt gekregen is een gave van God. Efeziërs 2 (HSV) vers 8 beschrijft het zo: “Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is een gave van God.”
Zoveel genade heeft God aan u betoond! Als u dat gelooft dan bent u wedergeboren en zult u uw leven zo willen inrichten dat u leeft naar Gods wil en God de Vader in dankbaarheid aanbidt. Dan hoort u bij Gods uitverkorenen, bij de schapen van Gods kudde, waarvan onze Heer Jezus het zo heeft gezegd in Johannes 10 :27 t/m 30:
“ Mijn schapen horen Mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij.
En Ik geef hun eeuwig leven;
en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid
en niemand zal ze uit Mijn Hand rukken.
Mijn Vader, Die hen aan Mij gegeven heeft,
is meer dan allen,
en niemand kan hen uit de Hand van Mijn Vader rukken.
Ik en de Vader zijn Eén.”
Tot in uw ouderdom blijft God nabij.
Een prachtige en betrouwbare belofte die u tot steun zal zijn als u in tijden bent van vertwijfeling,
of als uw hart u aanklaagt. Jezus laat u niet alleen, God de Vader laat u niet aan uw lot over.
Blijf maar altijd vertrouwen op Jezus en op God de Vader en op de kracht van het verzoenend Bloed van Christus, waarmee u bent gereinigd van al uw zonden die u oprecht en berouwvol heeft beleden in uw gebeden. Ook als de oude dag komt waarin u geen vreugde vindt blijft God u nabij! In Jesaja 46 : 4 (HSV) laat God weten dat Hij er zal zijn voor wie Hem toebehoren.
“Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn,
ja tot in uw grijsheid toe zal Ik u dragen.
Ik heb het gedaan en Ik zal u opnemen,
Ik zal dragen en redden.”
Amen.