Exodus 33 vers 18 t/m 23
Toen zei Mozes:
Toon mij toch Uw Heerlijkheid.
Maar Hij zei:
Ik zal al Mijn Goedheid bij u voorbij laten komen,
en in uw aanwezigheid
zal ik de Naam van de HEERE uitroepen,
maar Ik zal genadig zijn
voor wie Ik genadig zal zijn,
en Ik zal mij ontfermen
over wie Ik Mij ontfermen zal.
Hij zei verder:
U zou Mijn Aangezicht niet kunnen zien,
want geen mens kan Mij zien
en in leven blijven.
Ook zei de HEERE:
Zie, hier is een plaats bij Mij,
waar u op een rots moet gaan staan.
En het zal gebeuren,
als Mijn Heerlijkheid voorbijtrekt,
dat Ik u in een kloof van de rots neer zal zetten
en u met Mijn hand zal bedekken
totdat Ik voorbijgegaan ben.
En zodra Ik Mijn hand wegneem,
zult U mij van achteren zien,
maar Mijn Aangezicht
zal niet gezien worden.
Johannes 14 vers 1 t/m 6
Woorden van onze Heere Jezus:
Laat uw hart niet in beroering raken;
u gelooft in God,
geloof ook in Mij.
In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen;
als dat niet zo was,
zou Ik het u gezegd hebben.
Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken.
En als Ik heen gegaan ben
en plaats voor u gereed gemaakt heb,
kom Ik terug en zal u tot Mij nemen,
opdat ook u zult zijn waar Ik ben.
en waar Ik heen ga, weet u,
en de weg weet u.
Thomas zei tegen Hem:
Heere, wij weten niet waar U heen gaat,
en hoe kunnen wij de weg weten?
Jezus zei tegen hem:
" Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.
Niemand komt tot de Vader dan door Mij."
Gods Heiligheid
Oh, God en Vader van mijn HEER,
wie kan bevatten Uwe Grootheid,
wie kan U geven, HEER,
de eer,
aan U zo toch zijn toegewijd,
dat U wordt rechtgedaan,
Uw kracht,
dat wordt verstaan,
Uw Heerlijkheid,
Uw Macht.
Wie kan in Uw Nabijheid staan,
mijn God,
Uw Licht en Heiligheid aanschouwen,
een ieder zou tot as vergaan.
Wie zijn het die dan iets ontwaren,
God van Uw Grootheid, Liefde,
Kracht en Licht,
slechts hen
die U ’t wil openbaren,
wiens harten
door U zijn verlicht.
Alleen door Jezus,
mag mijn geest,
mijn wezen, HEER
bij U vertoeven,
en U eren,
er is geen andere Weg
dan dezen,
Uw Heiligheid
zou ons verteren.
Doch HEER,
Uw Zoon,
Hij heeft bereid,
al in Uw Vaderhuis,
een plaats,
voor mij,
waar ik mag zijn,
bij U
voor eeuwig,
voor altijd.