Psalm 83 en tekenen der tijden

Foto: Sijko van der Veen


Psalm 83 in onze tijd, tekenen der tijden


O God, zwijg niet, houd U niet doof, wees niet stil, o God!

Want zie, Uw vijanden tieren, wie U haten, steken hun hoofd omhoog.

Zij beramen listig een heimelijke aanslag tegen Uw volk en beraadslagen

tegen Uw beschermelingen.

Kom, zeiden zij, laten wij hen uitroeien,

zodat zij geen volk meer zijn en aan de naam van Israël niet meer gedacht wordt.

Want samen hebben zij in hun hart beraadslaagd;

dezen hebben een verbond tegen U gesloten:

de tenten van Edom en de Ismaëlieten, Moab en de Hagrieten,

Gebal, Ammon en Amalek, Filistea met de bewoners van Tyrus.

Ook Assyrië heeft zich bij hen aangesloten,

zij zijn voor de zonen van Lot een sterke arm geweest.

.......................

Bedek hun gezicht met schande,

dan zullen zij, HEERE, Uw Naam zoeken.

Laten zij beschaamd en door schrik overmand zijn tot in eeuwigheid,

laten zij rood van schaamte worden en omkomen.

Dan zullen zij weten, dat U – Uw Naam is HEERE! – U alleen

de Allerhoogste bent over de hele aarde.

 

(Psalm 83 verzen 1 t/m 8 en verzen 17 t/m 19 (HSV)


Deze psalm is geschreven omstreeks 1031-1011 voor Christus door Asaf in de tijd van het koningschap van Saul.

Het is een profetische psalm die actueel is ook in onze tijd en zich zal uitstrekken tot de Eindtijd waarin alle volken stelling zullen nemen tegen Israël. Filistea is de Gazastrook zoals wij die nu kennen. Assyrië is Irak.

In Zefanja 2: 4-7 vindt u een profetie over Gaza, waarin staat dat Askelon zal worden bewoond door Israël (wat het geval is sinds 1949) en dat de Gazastrook vernietigd zal worden. Wordt deze profetie nu geheel vervuld?


De psalm is een gebed om Gods hulp voor Israël en om een bestraffing van de volken die Israël bedreigen en aanvallen.

Wie Israël bedreigt of aanvalt krijgt te maken met de God van Israël die de loop van de geschiedenis bepaalt. Een aanval op Israël wordt in de psalm opgevat als een aanval tegen God zelf. De psalm stelt God centraal en is zowel een gebed tegen de vijanden als voor de vijanden van God en van Israël, namelijk dat zij beschaamd zullen staan en zullen weten dat God de Allerhoogste is over de gehele aarde.


Dat de profetie van deze psalm niet aan kracht heeft ingeboet is gebleken uit de recente geschiedenis, waarbij Israël drie oorlogen won die zij gelet op de machtsverhoudingen en militaire slagkracht niet konden winnen. God heeft Zijn volk beschermd! In Zacharia 2 vers 8 noemt God Israël ” Zijn Oogappel”.

 

Op 22 maart 1945 werd de Arabische Liga gesticht, een verbond dat zich richt tegen Israël.

Het doel van de oprichters van de Arabische Liga was de vernietiging van de staat Israël en het uitroeien van de bevolking.

Er waren toen 7 landen, inmiddels is dit bondgenootschap tegen Israël uitgebreid naar 22 landen.

Dit geeft een beeld van de toename van haat tegen de Joden van de omliggende volken.


Die haat neemt nu wereldwijd toe.

De oorlogen die Israël heeft gewonnen met Gods hulp zijn:

de Israëlitische Onafhankelijkheidsoorlog 1948/1949,

de Zesdaagse Oorlog (1967),

de Jom Kipoeroorlog ( 1973).

En nu zien we de oorlog in Gaza na een aanval van Hamas op 7 oktober 2023 en de éénzijdige berichtgeving in de media die de Jodenhaat wereldwijd doet toenemen. Psalm 83 is ook in onze tijd actueel.


Psalm 83 enige verzen uit de berijming van 1773.


(2)Hun aanslag is verwoed en boos; zij zoeken, heimelijk en loos, Uw volk, dat zij zo bits verachten, te dempen met vereende krachten. Dat Gij met zoveel gunst en zorgen, houdt als een schat bij U verborgen.

 

(3) Zij zeiden stout, en heet op buit: “Komt aan, men roei’ gans Isrel uit; opdat dit volk, gelijk voordezen, voortaan geen volk meer moge wezen. Dat niemand Isrels naam doe horen, dat zijn gedacht’nis ga verloren.

 

(4,5 ) Want samen zijn zij’t eens geraakt; ,t verbond is tegen U gemaakt, daar zien wij Edoms tenten naad’ren; ginds Ismael zich saam vergaad,ren, de Moabieten , Hagarenen, en Gebal zich in ’t veld verenen, met hen rekt Ammon éne lijn, en Amalek en Palestijn


Profetie over Filistea, de huidige Gaza-strook

 

In Zacharia 9 vers 7 staat over de Filistijnen, de toenmalige bewoners van Filistea, het volgende (tekst NBV21): “ Vlees waar nog bloed in zit zal Ik hun uit de mond rukken, en het voedsel dat Ik verafschuw scheur Ik tussen hun tanden vandaan. Maar een deel van hen zal gespaard worden, en ook zij zullen toebehoren aan onze God. Ze zullen in Juda worden opgenomen, en Ekron zal met ons verbonden zijn zoals de Jebusieten.” 

 

David heeft tijdens zijn koningschap de stad Jebus ingenomen. In die stad woonden tijdens de inname de Jebusieten. De Jebusieten zijn toen Israël het land Kanaän in bezit nam, niet verslagen en niet verdreven en woonden dus nog in het beloofde land ten tijde van de inname van de stad Jebus door David. David heeft de naam van de stad veranderd van Jebus in Jeruzalem. De Jebusieten die daar woonden werden niet gedood hoewel zij tegen hem hadden gevochten, maar in de Joodse geloofsgemeenschap opgenomen en er vonden huwelijken plaats tussen Joden en Jebusieten. 

 

Veel profetieën gaan over plaatsen, gebieden en landen, terwijl de volken uit de tijd van de Bijbel niet altijd meer bestaan, maar de plaats, het gebied of land wel goed is te duiden.

Dan heeft de profetie betrekking op de huidige bewoners van die gebieden en landen.

De Filistijnen bestaan niet meer als volk. Palestijnen zijn overigens geen afstammelingen van de vroegere Filistijnen. Het Palestijnse volk is ontstaan uit verschillende Arabische stammen. Maar zij wonen wel in de gebieden en plaatsen waarop de profetie betrekking heeft.

En daarom mogen wij er van uitgaan dat een deel van het Palestijnse volk in vrede zal leven met de Israëlische bevolking en het geloof in de God van Israël zal aanhangen.

In Zacharia 9 vers 3 werd de ondergang van Tyrus, in de periode 520 tot 518 voor Christus al door de profeet Zacharia van Godswege aangekondigd. Dat Tyrus zou vallen was ondenkbaar ten tijde van de profetie omdat het een zeer machtige, rijke, welvarende en vrijwel onneembare stad was. Maar de profetie is wel degelijk uitgekomen, want Gods Woord is betrouwbaar. De ondergang van Tyrus en andere omliggende steden en gebieden, vond 188 jaar na de profetie plaats in 332 voor Christus door toedoen van Alexander de Grote.

De profetie uit Zacharia 9 vers 7 is nog niet vervuld maar leert ons dat er uiteindelijk verzoening zal zijn tussen een overblijfsel van de huidige bewoners van de Gaza-strook en Israël en dat de beide volken in vrede zullen leven. 

 

Wanneer dat zal gebeuren weten wij niet, maar wij verwachten dat het in ieder geval zal gebeuren als Jezus, als Vredesvorst in grote Heerlijkheid en Luister wederkomt op aarde. Dat zal zijn als de aarde dreigt te vergaan, als er vreselijke beangstigende natuurverschijnselen zijn en als vele volken met elkaar in conflict zijn. Hij wordt de Koning van de gehele aarde en Hij zal regeren vanuit Jeruzalem en rechtspreken over alle volken en landen op aarde. Dan zal er een einde komen aan oorlogen en onrecht, overal zal vrede zijn.

 

“ Hij (Jezus) vervolgde: ‘Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en het ene koninkrijk tegen het andere, er zullen zware aardbevingen komen en hongersnoden en epidemieën alom, en er zullen aan de hemel grote en verschrikkelijke tekenen verschijnen.”

( Lucas 21: 10-11)

 

Het zal echter in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE

vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat de volken er naar toe zullen stromen. Vele heidenvolken zullen op weg gaan

en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de HEERE uit Jeruzalem.

Hij zal oordelen tussen vele volken en machtige heidenvolken vonnissen, tot ver weg.

Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen.

Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen. Oorlog voeren zullen zij niet meer leren. (Micha 4: 2-3 HSV)

 

“Dan zullen er tekenen zijn aan de zon en de maan en de sterren, en op aarde zullen de volken sidderen van angst voor het gebulder en het geweld van de zee; de mensen zullen bezwijken van angst om wat er met de wereld zal gebeuren, want de hemelse machten zullen wankelen. Maar dan zullen ze op een wolk de Mensenzoon zien komen, bekleed met macht en grote luister. Wanneer dat alles staat te gebeuren, richt je dan op en hef je hoofd, want jullie verlossing is nabij!” (Lucas 21: 25 – 28 NBV21).

Share by: