Steeds dichtbij
Al reizend door de tijd verstrijkt mijn leven.
Ik heb niet steeds mijn hart
volmaakt aan U gegeven.
Er waren dagen dat
ik U oprecht ervaarde.
En Uw nabijheid in mijn hart
zo liefdevol ontwaarde.
Dan was ik zo gerust
tevreden en voldaan.
Alsof ik U dan elke dag
vlak naast mij voelde staan.
Zo ongeremd en sterk
Heer
blijft de wereld vragen.
Mijn aandacht voor mijn werk
en taken alle dagen.
Het alledaagse doen
wordt onterecht verheven.
En trekt mij ongewild dan weg
van t’ geestelijk beleven.
En toch blijft U nabij
U zult mij nooit verlaten!
Want U verandert nooit
zo krijg ik in de gaten.
Dat U zo van mij houdt
die dwaling hebt vergeven.
Al doe ik het soms fout
U blijft steeds in mijn leven.
Dit stelt mij zeer gerust,
ik hoef niets te presteren.
Mijn Vaste Rots bent U
‘k moet slechts Uw Liefde leren.
Dit weten maakt mij blij:
al ben ik zo veraf,
Heer U blijft steeds dichtbij!