Ontmoeting


Mattheus 24 verzen 33 t/m 44

 

Niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken,

ook de hemelse engelen en de Zoon niet,

alleen de Vader weet het. Zoals het was in de dagen van Noach,

zo zal het zijn wanneer de Mensenzoon komt.

Want zoals men in de dagen voor de vloed

alleen maar bezig was met eten en drinken,

met trouwen en uithuwelijken,

tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging,

en zoals men niet wist dat de vloed zou komen,

totdat die kwam en iedereen wegnam,

zo zal het ook zijn wanneer de Mensenzoon komt.


Dan zullen er twee op het land aan het werk zijn,

van wie de een zal worden meegenomen

en de ander achtergelaten.

Van twee vrouwen die samen aan de molen draaien,

zal de ene worden meegenomen en de andere achtergelaten.

Wees dus waakzaam,

want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt.

Besef wel: als de heer des huizes had geweten

in welk deel van de nacht de dief zou komen,

dan zou hij wakker gebleven zijn

en niet in zijn huis hebben laten inbreken.

Daarom moeten ook jullie klaarstaan,

want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht.


Ontmoeting
 

Eens komt de tijd,
die onvoorstelbaar schijnt te wezen,
dat ik mijn Heer.
U zien mag,
echt en heel dichtbij.


’t Verheugt mijn hart,
ik hoef geenszins te vrezen.
Door Heer Uw offer,
ben ik immers vrij.

Te staan voor U,
mijn ogen zien Uw ogen,
Uw Licht,
Uw Kracht,
Uw Liefde,
het omgeeft mij al.


Want in Uw Hart
is zoveel mededogen.
‘k Zie uit
naar als ik U ontmoeten zal !

Share by: