Jesaja 11: 6-10.
Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam,
een panter vlijt zich bij een bokje neer,
Kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden.
Een koe en beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen,
een leeuw en een rund eten beiden stro.
Bij het hol van een adder speelt een zuigeling,
een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang.
Niemand doet kwaad op heel mijn Heilige Berg.
Want kennis van de Heer vervult de aarde,
zoals het water de bodem van de zee bedekt.
Op die dag zal de Telg van Isaï als vaandel voor alle volken staan.
Dan zullen de volken Hem zoeken en zijn woonplaats zal schitterend zijn.
Gods Belofte
Eens zal Gods Licht voor altijd schijnen,
Geen avond en geen schemering.
Het duister en de nacht verdwijnen,
geen weemoed, geen herinnering meer,
aan droeve tijden van weleer.
Wie zijn ontvallen weer ontmoeten,
bewaard, geborgen in Zijn Hand,
mogen wij hen weer begroeten,
in het door Hem Beloofde Land.
Eens zal geen lijden meer bestaan.
De dood zal nimmer meer regeren,
als u Zijn Huis mag binnengaan,
in ’t Eeuwig Rijk, het Rijk des Heren.
Eens schijnt alom Zijn Eeuwig Licht,
een Nieuwe Hemel, Nieuwe Aarde,
waar Hij Zijn Rijk voor eeuwig sticht.